Terug naar de lijst

RIJMODUS

  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5

RIJMODUS

Afhankelijk van de auto kunt u met het systeem RIJMODUS kiezen uit verschillende rijmodi die van invloed zijn op het rijden, de omgevingsverlichting, het comfort en de rijpositie:
  • alle modi zijn voorgeconfigureerd en kunnen worden aangepast (sfeerverlichting, enz.);
  • de modus Perso kan worden aangepast.
De rijstijlmodi regelen:
  • stuurkracht;
  • het elektronisch stabiliteitsprogramma;
  • reageren van de motor.
Zij zijn eveneens van invloed op:
  • comfort interieur;
  • de verlichting in het interieur en op het instrumentenpaneel;
  • de presentatie van het instrumentenpaneel en het multimediascherm.
Raad
Motorinstellingen zijn specifiek voor elk van de rijstijlmodi en kunnen niet worden aangepast, behalve de Perso-modus.

Openen van het menu

Afhankelijk van de auto hebt u toegang tot "DRIVE MODE":
  • via het multimediascherm 1;
  • via de stuurkolomschakelaar 2.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het multimediasysteem voor meer informatie.
Raad
Als de modi Normal of Save zijn geselecteerd voordat het contact wordt uitgeschakeld, blijft de laatst geselecteerde modus behouden.
Wanneer de modus Sport is geselecteerd voordat het contact wordt uitgeschakeld, wordt de modus, Normal automatisch geactiveerd bij het opnieuw opstarten.

DRIVE MODE modi

"Perso"-modus

Deze modus maakt de volledige configuratie van de rijelementen mogelijk, inclusief het reactievermogen van de motor.

"Save"-modus

"Save"-modus is gericht op energiebesparing. Het motormanagement verlaagt het verbruik .

"Sport"-modus

Deze-modus staat een feller reagerende motor toe. De besturing is krachtiger.

"Normal"-modus

Bij het gebruik van standaard voertuiginstellingen biedt deze modus u het beste compromis tussen comfort en dynamiek.
Raad
U kunt de modus resetten via modusinstellingen.

Airconditioning "Eco" instelling

Deze parameter is beschikbaar voor elk van de DRIVE MODE modi, waarmee u de actieradius van het voertuig kunt optimaliseren door in te spelen op de prestaties van de airconditioning (bijvoorbeeld: het uitstellen van de tijd die nodig is om het gevraagde temperatuurinstelpunt te bereiken, enz.) .
Via het multimediascherm 1, kunt u het in- of uitschakelen in het DRIVE MODE configuratiemenu.
Na activering wordt een ECO waarschuwingslampje 3 weergegeven op het multimediascherm 1.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het multimediasysteem voor meer informatie.